Aanpassingsvermogen vraagt om het benutten van diversiteit
Organisaties met een groot aanpassingsvermogen zijn voortdurend bezig met hun ontwikkeling. Daarvoor zijn goed gefaciliteerde, inspirerende bijeenkomsten belangrijk.
Niet iedereen wordt echter op dezelfde manier geïnspireerd. De een gaat graag wandelen in de natuur, de ander liever naar een museum. De een houdt van Wordfeud, terwijl een ander liever schildert. Door bij het opzet van bijeenkomsten met dit soort verschillen rekening te houden, kun je ervoor zorgen dat je zoveel mogelijk deelnemers inspireert. Dat vraagt om de inzet van verschillende werkvormen: verschillende manieren om samen actief aan de slag te gaan.
Om tot een afwisseling van werkvormen te komen, kun je gebruikmaken van de ‘acht intelligenties’, zoals Howard Gardner, een psycholoog van de Harvard universiteit, die onderscheidt. De intelligenties brengen tot uitdrukking dat ieder mens één of meer manieren heft waarop hij of zij het beste resultaat haalt.
Howard Gardner onderscheidt de volgende intelligenties:
- Verbaal – Linguïstisch
heeft te maken met lezen, schrijven en communiceren - Logisch – Mathematisch
heeft te maken met rekenen en werken met symbolen - Visueel – Ruimtelijk
heeft te maken met het vermogen waar te nemen en te herscheppen - Muzikaal – Ritmisch
heeft te maken met het kunnen waarderen van melodieën ritme en klanken - Lichamelijk – Kinesthetisch
heeft te maken het goed kunnen uitvoeren van motorische handelingen - Naturalistisch
heeft te maken met het vermogen te kunnen ordenen en verbanden te zien - Interpersoonlijk
heeft te maken met het vermogen om gevoelens en behoeften van anderen waar te nemen. - Intrapersoonlijk
heeft te maken met het vermogen van zelfinzicht.
Wilt u aan de slag met werkvormen die gebaseerd zijn op deze acht intelligenties, dan kan ik het volgende boek aanbevelen:
Deze bijdrage heb ik geschreven voor de ‘Scheur je los Kalender’ en is gepubliceerd op 12 januari 2016.